Column Evert Jan Slootweg: Over trafohuisjes
De vraag naar elektriciteit stijgt, terwijl ook steeds meer stroom wordt aangeboden, bijvoorbeeld via zonnepanelen. Hierdoor moet netbeheerder Liander het netwerk uitbreiden met o.a. 50.000 extra trafohuisjes, waarvan 100 in onze gemeente. Dit kan overlast geven, maar is nodig om stroomuitval te voorkomen.

Steeds meer mensen vragen om meer elektriciteit. Bijvoorbeeld omdat ze geen benzineauto meer hebben, maar een elektrische auto. Of ze hebben een warmtepomp en gebruiken geen of veel minder gas om hun huis te verwarmen. Dus de vraag naar elektriciteit is enorm toegenomen. We verwachten dat deze nog meer gaat toenemen.
Maar niet alleen is het zo dat mensen om meer stroom vragen, ze bieden ook steeds vaker elektriciteit aan. Bijvoorbeeld omdat ze zonnepanelen hebben. En waar ik mensen of inwoners schrijf bedoel ik ook bedrijven en organisaties. Ook wij als gemeente vragen om meer stroom en we wekken ook elektriciteit op.
Dit zorgt ervoor dat Liander, onze netbeheerder, enorme uitdagingen heeft . De netbeheerder legt kabels en leidingen aan en beheert het energienetwerk. Ze zorgen ervoor dat energieleveranciers stroom kunnen leveren via hun kabels en leidingen. Daarvoor zijn onder andere trafohuisjes (transformatorhuisjes) nodig.
Doordat het steeds drukker wordt op het netwerk moeten er meer trafohuisjes komen. Het is eigenlijk net als op de weg, het wordt drukker.
Op sommige plekken in Nederland is het elektriciteitsnet zo vol, dat er niet genoeg plek is voor iedereen. Wie extra stroom nodigt heeft of een nieuwe (zwaardere) aansluiting aanvraagt, moet hierop soms lang wachten.
De komende jaren worden in Nederland 50.000 trafohuisjes bijgeplaatst. Dat betekent dat 1 op de 3 straten wordt opengebroken. In onze gemeente gaat het waarschijnlijk om 100 extra trafohuisjes. We kiezen er als gemeente voor dat we eigenaar blijven van de grond. We geven de netbeheerder recht van opstal
De komst van meer trafohuisjes zal zeker niet iedereen bevallen. En de overlast van opengebroken straten is ook ergerlijk. Maar wanneer dit niet gebeurt, is de kans op een elektriciteitsinfarct groot en neemt de kans op stroomuitval toe.
De energietransitie lukt alleen als we bereid zijn om samen te werken, flexibel te zijn en naar elkaar te luisteren.
wethouder Evert Jan Slootweg